Brandstoftransport in EU-landen

De kwestie van het transport van benzine en andere brandstoffen in de landen van de Europese Unie omvat verschillende aspecten, zoals toegestane volumes, regels en straffen voor overtredingen.

Toegestane brandstofvolumes

Hoeveelheid benzine voor persoonlijk gebruik: In EU-landen is het zonder speciale vergunningen toegestaan ​​om niet meer dan 10 liter benzine in fabriekscontainers of standaardblikken te vervoeren. In sommige landen, zoals Duitsland, kunnen echter extra speciale verpakkingen en naleving van bepaalde normen vereist zijn voor het transport van brandstof in een voertuig.
Hoeveelheid benzine in bedrijfsvoertuigen: De maximale capaciteit van de interne brandstoftanks van een voertuig in de EU mag niet groter zijn dan 1.500 liter per voertuig.
Brandstof voor commercieel transport: Vrachtwagens hebben strikte regels met betrekking tot het transport van brandstof. In de meeste EU-landen is het noodzakelijk om over de juiste vergunningen te beschikken, documenten over de herkomst van de brandstof en de route die het eindpunt aangeeft. De hoeveelheid brandstof die in de EU wordt vervoerd, kan variëren afhankelijk van het type voertuig, het structurele volume van de tank en het doel ervan.

Regels voor brandstoftransport

Speciale vereisten: Het transport van gevaarlijke goederen, inclusief brandstof, wordt gereguleerd door internationale normen (bijv. ADR). Denk hierbij aan verplichte veiligheidsmaatregelen en speciale transportvergunningen.
Verpakking: Brandstof moet worden verpakt in gecertificeerde containers om het risico op lekkages en ongelukken te minimaliseren. Voor sommige brandstoffen kan een dubbele verpakking nodig zijn, dat wil zeggen het gebruik van een binnen- en buitencontainer om lekken te voorkomen.

Benodigde documenten voor het transport van brandstof naar de EU

Vergunning voor internationaal transport: Verplicht voor wegvervoer van goederen, inclusief brandstof, in alle EU-landen. De vergunning wordt afgegeven door de Europese Inspectie Wegvervoer en staat zowel bilateraal als transitvervoer toe.
Certificaten en certificaten: Goedkeuringscertificaat van chauffeur: Bevestigt dat de chauffeur een training heeft gevolgd om gevaarlijke goederen te vervoeren.
Voertuigcertificaat van overeenstemming: Geeft aan dat het voertuig voldoet aan de regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke goederen.
CMR-vrachtbrief: Dit document bevestigt de vervoersovereenkomst en bevat informatie over de lading, inclusief de naam, datum van verzending en informatie over de ontvanger.
Vrachtbrief (vrachtbrief): Het geeft de identificatie van de lading, de gevarenklasse, het totale gewicht en de vorm van het pakket aan.
Vrachtbrief: Moet een briefje bevatten waaruit blijkt dat er gevaarlijke goederen worden vervoerd.
Aanvullende documenten: Afhankelijk van het land van bestemming kunnen verklaringen (bijvoorbeeld EX-1 of T1) vereist zijn voor goederen vervaardigd in of buiten de EU.

Zie ook: Gleanen in België: Wanneer solidariteit wordt geplukt op de velden

Speciale eisen voor commercieel transport van brandstof in de EU

Markeringen: Het voertuig moet op passende wijze worden gemarkeerd om de aanwezigheid van gevaarlijke goederen aan te geven.
Tankvereisten: Als brandstof in tanks wordt vervoerd, moeten deze aan bepaalde ontwerpvereisten voldoen en sterkte- en lektests doorstaan. Tanks moeten worden gemarkeerd in overeenstemming met internationale normen.
Veiligheid bij het transport van brandstof in de EU: Alle voertuigen die gevaarlijke goederen in Europa vervoeren, moeten draagbare brandblussers aan boord hebben met een gespecificeerde capaciteit, afhankelijk van het gewicht van het voertuig en de hoeveelheid vervoerde brandstof.

Boetes voor het overtreden van de regels voor brandstoftransport in de EU

Boetes voor het overtreden van de regelgeving voor brandstoftransport variëren per land:

Frankrijk: Boetes kunnen oplopen tot 15.000 euro voor ernstige overtredingen, zoals het ontbreken van de benodigde documenten.
Duitsland en Spanje: Er zijn ook strenge regels en hoge boetes voor het overschrijden van de toegestane limieten. Het verzamelen van een bepaald aantal strafpunten kan bijvoorbeeld leiden tot het verlies van uw rijbewijs. Dit brengt extra risico’s met zich mee voor bestuurders, vooral buitenlandse.
Polen: Een voorbeeld van sancties is het geval van een chauffeur die een boete van 4.000 euro kreeg omdat hij tijdens het transport van brandstof aan de tachograaf had geknoeid. De boete voor “overtollige brandstof” in een personenauto kan oplopen tot 5.000 zloty. Voor het knoeien met de tachograaf en andere overtredingen kunnen chauffeurs maximaal drie maanden van hun rijbewijs worden beroofd. Boetes in Polen voor overtredingen van de regelgeving voor brandstoftransport kunnen aanzienlijk zijn, vooral als het gaat om het transport van grote hoeveelheden brandstof zonder de juiste documenten
Italië: In Italië kunnen de boetes voor brandstofovertredingen ook hoog zijn en kunnen chauffeurs strafrechtelijk worden vervolgd voor ernstige overtredingen, zoals het gebruik van valse documenten of tachograafkaarten.

Niet-naleving van de documentvereisten:

Het niet aangeven van een dienstreis: boete van 2,5 duizend tot 10 duizend euro.
Onjuiste of verouderde aangifte: boete van 1.000 tot 4 tonja. Euro.
Gebrek aan noodzakelijke documenten (verklaring of transportdocumenten): boete van 2,5 duizend tot 10 duizend euro.
Boetes voor chauffeurs: Als een chauffeur in Italië geen documenten overlegt met betrekking tot het transport van brandstof, riskeert hij een boete van 150 tot 600 euro.
Verantwoordelijkheden van verladers en expediteurs:Bij het ontbreken van een brandstofaangifte riskeren de feitelijke eigenaar van de lading en zijn vertegenwoordiger bovendien een boete van 2,5 duizend tot 10 duizend euro.

Het is belangrijk om te onthouden dat elk EU-land zijn eigen bijzonderheden heeft op het gebied van wetgeving en de toepassing van boetes. Het wordt daarom aanbevolen dat u zich vertrouwd maakt met de lokale regels voordat u op reis gaat.